Zijn mijn buren gelukkiger dan ik?

Ik heb nog nooit zoveel gewenst – een nieuwe televisie, verre reizen en mooie sieraden – terwijl ik, en met mij vele andere millennials, schreeuw om terug te gaan naar de basis, te minimaliseren en te mediteren. We moeten continu hip zijn, coole woorden gebruiken en leuke grappen maken. So so is niet meer aantrekkelijk. Niet als je wilt meedoen in de wereld van de hipsters, de snelle jongens in pak en de mooie social media meisjes.

De maatschaaf voor geluk

Waar we vroeger de buren hadden als maatstaf voor ons geluk, hebben we nu het internet. Mijn buren zijn mijn soort mensen. Ze wonen in hetzelfde soort huis en rijden een soortgelijke auto. De internetmensen zijn van een heel ander kaliber. Ze hebben last van wanderlust, kennen de beste instafilters, zijn hip en zetten de trends. Ze zijn de celebrities van nu. Niet echt het soort mensen dat naast mij woont, maar toch vergelijk ik mezelf met deze hippe en succesvolle mensen. Immers, ik zie ze meer dan wie dan ook en het lijkt alsof ik ze ken. Meltdowns achter de camera’s, geldproblemen of identiteitscrisissen worden niet geüpload, waardoor mijn twijfels en onzekerheden juist groter lijken. Niet echt stimulerend.

Schoonheid herken je snel

Begrijp me niet verkeerd: ik ben groot voorstander van mooie beelden. Ik geniet van esthetiek en ik denk dat mensen liegen als ze zeggen dat schoonheid niet van belang is. Aardigheid is niet te herkennen, schoonheid wel. En ook al gaan we uiteindelijk voor innerlijke schoonheid, het uiterlijk blijft aantrekkelijk. En het is schoonheid die tegenwoordig gelijk lijkt te staan aan geluk. Want op de één of andere manier zijn het de mooie meisjes die met hun goddelijke lijf op een bountyeiland liggen, en niet ik. Ze sippen aan kokosnoten, lachen hun tanden bloot, worden begluurd door knappe mannen en zelfs hun hondjes zijn fotogeniek. Ze lijken alles te hebben.

Daar zal een it-girl nooit last van hebben

Ik zie weer een zongebruind bikinilichaam langskomen op mijn tijdlijn, denk aan mijn post-zwangerschapsbuik en scroll verder. Met mijn andere hand probeer ik een stukje vlees tussen mijn kiezen vandaan te wrikken. Het lukt niet en ik ruk het label van mijn theezakje. Het natte theezakje doet mij denken aan mijn post-zwangerschapsborsten. Ik vouw het theelabeltje dubbel, en wring het tussen mijn tanden. Het labeltje valt uit elkaar en blijft plakken tussen mijn kiezen. Getver. Daar zal een it-girl nooit last van hebben, denk ik. Ik staar naar buiten en zie de buurtzwerver op zijn bankje liggen. Hij heeft zijn hand nonchalant onder zijn hoofd, en met zijn andere hand houdt hij zijn blikje bier vast.

Zo slecht heb ik het toch niet

Één blik op mijn lekkere bank en mijn chocoladereep – ik moet mijn dopaminelevel natuurlijk wel op peil houden, anders wordt ik natuurlijk nooit gelukkig – zet alles weer in perspectief. Ik lig misschien niet op een bountyeiland, maar eigenlijk heb ik het best goed. Ik klap mijn laptop dicht en sta op om een tandenstoker te pakken.