Sherita: ‘De roze wolk van de kraamperiode is de grootste onzin ooit’

Eindelijk is het zover: Je baby is geboren, de baby waar je zó naar verlangde ligt eindelijk in je armen. Alleen… voel je niks. Je voelt je leeg. Je vagina doet pijn, je borsten ontploffen, en je ziet voor het eerst wat de zwangerschap met je lichaam heeft gedaan. Je haar is vies, overal zit spuug en niks past. Je voelt je verloren.

Je baby slaapt, huilt, en wilt van alles van je. Wat de baby wilt, zegt het niet. Dat moet je met je moederinstinct maar ontdekken. Want dat moederinstinct heb je wel, toch? Het was het allemaal waard, toch? De pijn van de bevalling ben je inmiddels vergeten, toch? Dat mooie kleine mensje, jouw baby, daar ben je helemaal weg van, toch?

Niet gelukkig

Ja, zei ik. Maar ik denk niet dat ik het meende. Eigenlijk vond ik Victoria leuker toen ze nog in mijn buik zat, maar dat zei ik niet. Eigenlijk was ik helemaal niet gelukkig. Ik googlede het: verdrietig na bevalling. Het bleek een bestaand iets. Kraamtranen noemden ze het. Dat gevoel van herkenning luchtte even op. Maar de opluchting was van korte duur, want zelfs na de kraamweken voel ik me niet goed. Ik ging door op de automatische piloot maar dacht, zie je wel, ik was er niet klaar voor.

Dochterlief is nu één jaar en pas sinds een paar maanden denk ik, ja, ik ben zo dankbaar voor jou in mijn leven. Drie weken geleden zag ik een instagrambericht van een bekende Nederlander (die ik even niet bij naam noem, want ik kan me voorstellen dat het niet leuk is voor haar). Ze was net moeder geworden en zat op een roze wolk. Haar allergrootste droom – moeder worden – is werkelijkheid geworden, schrijft ze. Ze is zo gelukkig en blij, lees ik in haar post. ‘Zie je wel, ik was er echt niet klaar voor. Ik was een nepmoeder’, dacht ik meteen weer. Ik had deze gevoelens voor mijn dochter namelijk. En haar hyperblije bericht voelt als een stomp in mijn gezicht.

Offline

Vandaag zag ik opnieuw een berichtje van deze bekende Nederlander. Het gaat even niet zo goed met haar, en na haar laatste vlog, ging het bergafwaarts, schrijft ze. Ze gaat even offline, zegt ze. Wauw. Deze vrouw had al jaren een kinderwens. Haar hele zwangerschap liep ze met een big smile op haar gezicht. Ze had genoeg geld om alles te kopen voor haar baby en met een geweldige baan, een leuke man, veel positiviteit en duizenden likes lijkt haar leven compleet. Ze is een zelfstandige, evenwichtige dertiger, niet zo een wispelturige twintiger als ik ben. Op papier klopt het allemaal. Van een afstand heeft zij alles in zich om een dolgelukkige moeder te zijn. Toch is ze dat niet.

De man met de hamer sloeg toe. Of de realiteit met een emmer vol bizarre hormonen, net hoe je het wilt noemen. Elk jaar komt bijna 20 procent van de moeders in een postnatale depressie – tegenwoordig postpartum depressie – terecht. Depressies in zijn algemeenheid zijn al een taboe, laat staan een postnatale depressie. Want er wordt verwacht dat je gelukkig bent, dat je op wolken loopt en dat je je heerlijk voelt, met je kapotte vagina, wallen en blubberbuik.

Nieuwe hashtag

Misschien wordt het tijd voor een #metoo, maar dan voor postnatale depressies. Een hashtag waarmee het taboe wordt doorbroken. Want een ‘ik moet even wennen,’ ik ben moe, of ‘ik voel me even niet zo goed’, dekt de lading niet. Het verhult hoe ik me daadwerkelijk voelde. Ik was ongelukkig. Ik voelde me verloren, alleen en verdrietig. Het enige wat mij op de been hield was mijn hulpeloze baby die hier niet voor had gekozen. Mijn geweten zorgde ervoor dat ik voor mijn dochter zorgde, niet mijn hart of moedergevoel, want dat had ik nog niet. Ik deed alsof. Ik ben een stabiel en gelukkig persoon, maar de hormonen namen de overhand. Ik ben geen koude psycho, echt niet.

Goed gekomen

Nu de stof is neergedaald zie ik eindelijk duidelijk: Ik zie de prachtige ogen van mijn dochter, ik straal als ik aan haar denk, en ze is de meest eigenwijze dreumes waar ik met heel mijn hart van houd. Het is goed gekomen met ons, en, lieve Bekende Nederlander, het komt ook met jou goed. Ik beloof het je.