De fases waar je doorheen gaat als je peuter woedeaanvallen krijgt

Het internet staat er vol mee: de Terrible Two’s. Peuters die de boel op stelten zetten en ouders die met hun handen in het haar zitten. Een ver van je bed show, denk je misschien, totdat jouw engeltje ineens een woedeaanval krijgt. Dit zijn de fases waar je doorheen gaat als jouw lieve baby ineens in de Peuterpubertijd komt.

Dit artikel is gepubliceerd op Famme

Ach, dat kan gebeuren, het komt vast door (…)

De eerste keer dat jouw peuter een echte woedeaanval krijgt – lees, 15 minuten krijsend op de grond ligt – wijd je het aan een voorval. Ja, het is ook niet leuk als je geen ijs mag eten als ontbijt. Ja, ze was een beetje ziek en ze is daar nog van slag van. Oh ja, ze heeft slecht geslapen en volgens mij heeft ze ook last van een sprongetje. Je bedenkt tientallen redenen waarom die ene woedeaanval totaal gegrond en compleet normaal is. Niets aan de hand, verder met het ontbijt, aankleden en de deur uit. Klaar voor de dag.

Wat, is ze alwéér boos?

Nèt voordat je de deur uitgaat krijgt je peuter weer een woedeaanval. De eerste woedeaanval van tien minuten eerder is nog maar net voorbij, en het snot zit zelfs nog in je peuters’ haar. Je denkt even dat je peuter een grapje, maakt maar bij de heftige NEEEEEEEEUHAHHHWWWW, heb je door dat ze niet loopt te dollen. Je krabt je achter je oren: is ze nu wéér boos? Hoe dan? Waarom dan? Na het blussen van dit brandje kom je veel te laat, met wilde haren, een te snelle hartslag en nul energie aan op de crèche. Iets te blij duw je haar in de armen van de juf.

Wacht, hier gaat iets fout

Na een heerlijk dagje op de opvang is peuter altijd blij je te zien. Ze komt op je afgerend en je krijgt een lieve zoen en een fijne knuffel. Alles ging goed, vertelt de juf, ze was heel lief. Je haalt opgelucht adem, maar nog voordat je buiten bent is er iets gebeurd waardoor je peuter boos is geworden. Wat het nu eigenlijk precies was, weet je niet. Iets met zelf jas aantrekken, een verkeerd stukje fruit of schoenen die andersom aanmoeten. Peuterlief begint keihard te huilen en schreeuwen en iedereen kijkt verbaast jouw kant op. Die kleine lieve peuter van jou? Die doet dat toch nooit? Je beseft je ineens: hier gaat iets fout.

Het zal toch niet…

Thuisgekomen app je je partner. Peuterlief heeft net weer een woedeaanval gehad. Je gaat googelen en lees over de Terrible Two’s. Je stuit op horrorverhalen van moeders die wel twee jaar lang krijsende peuters hadden, echtscheidingen, en kapotte deuren, vloeren en speelgoed. Het zal toch niet zo zijn dat jouw peuter ook in een minimonster is veranderd? Je denkt ineens aan al die keren dat je vriendinnen hebt geadviseerd over hoe ze met hun kinderen moesten omgaan, over de meditatietechnieken om rustig te blijven, over boze moeders in de supermarkt, en weet zelf ineens niet wat je nou eigenlijk moet doen.

Actieplan opstellen

‘s Avonds als peuterlief na woedeaanval nummer zes op bed ligt, is het tijd voor overleg met manlief. Wat gaan we hiermee doen? En waar is het fout gegaan? Hebben we haar te veel vrijheid gegeven, te weinig liefde? Te veel snoep? Hoe overleven we dit? Is dit echt normaal? Na een actieplan te hebben opgesteld, gaan jullie beide huiverig naar bed.

Actieplan: gáán

De ochtend is aangebroken en het is veel te vroeg. Rustig loop je naar het toilet en dan begint het eerste gegil. “NEE MAMA niet badkamer. NEEEEEEEE mama nee plassen!” Je denkt aan het plan van die avond daarvoor en gaat alle opties langs: Zingen, geruststellen, uitleggen, afleiden, knuffelen, boekje voorlezen, dansen of streng toespreken. Plannen op papier zijn leuk, maar je komt erachter dat je te maken hebt met een kind van vlees en – kokend – bloed, en niets werkt. Je zet je schrap voor nog wat tropenjaren en probeert het beeld van de scheiding tussen manlief en jou uit je hoofd te krijgen. Uitgeput, met kwijl in je haar en nahijgend van een lange, slopende dag, ga je die avond met een vol hoofd naar bed.

Best-case-scenario: het is alweer over

De volgende ochtend vraagt dochterlief om het onmogelijke, en je zet je schrap voor een nieuwe woedeaanval. Heel even lijkt ze boos te worden, maar al snel is ze weer afgeleid en bezig met iets anders. Je kijkt je partner verbaasd aan maar jullie beiden zeggen niets om het geluk niet te tarten. De hele dag gaat perfect, en de Terrible Two’s lijken over – voor nu..

(Worst-case-scenario: één jaar later

Het is ochtend, bijna één jaar later. Partner en jij hebben inmiddels een redelijk effectief stappenplan om ervoor te zorgen dat jullie er met zo min mogelijk kleerscheuren vanaf komen, maar het blijft een dagelijkse strijd. Je peuter is boos. Heel boos, maar na de zoveelste uitputtende woedeaanval, bedenk je je ineens dat je bengel bijna drie wordt en de Terrible Two’s – hopelijk – snel achter je liggen. En zo plotseling als de woedeaanvallen zijn begonnen, zo zijn ze ook ineens weer over.)