Net als je denkt dat je weet hoe het zit, verandert er iets bij je baby en zit je vrijwel 24/7 met een drinkende baby aan de borst. Haal diep adem. Dit is heel normaal en heet clusteren. En beter nog, het gaat echt over!

Dit artikel is gepubliceerd op Mamaenzo

Je baby uren aan de borst

De kraamtranen zijn nog maar net voorbij en het is tijd om vaarwel te zeggen tegen je kraamzorg. En dan ineens gebeurt het. Je baby wil de hele dag aan de borst. Als de baby goed aan de borst drinkt, doet het geen pijn, maar een beetje ongemakkelijk is dat vele stilzitten wel. Je wilt immers eten, opruimen, rusten, slapen, douchen en spelen en zoveel meer. Maar je baby houdt je op je plek.

Geborgenheid of meer melk?

Dit is heel normaal en heet clusteren. Wetenschappers zijn het er niet over eens wat de reden is van clusteren. Sommigen zeggen dat het vele tutten aan de borst is omdat de baby de productie wilt verhogen. Anderen zeggen dat de baby gewoon meer behoefte heeft aan geborgenheid, en de beste manier om dat te krijgen is natuurlijk aan de borst, het belangrijkste van zijn hele bestaan.

Clusteren begint meestal na 2 weken

Het clusteren kan op elke leeftijd voorkomen, maar de eerste keer dat een baby gaat clusteren is vaak rond 2 weken na de uitgerekende dagen. Rond 6 weken is het clusteren op z’n hoogtepunt, en het wordt vaak minder als de baby 3 maanden is. Dit zijn schattingen, want niet alle baby’s volgen onze richtlijnen, natuurlijk. Sommige baby’s gaan pas clusteren als ze langer gescheiden zijn van hun moeder. Dit is vaak het geval als de moeder weer aan het werk gaat na het verlof. Als kinderen een grote sprong maken qua emotionele of motorische ontwikkeling, of het erg druk hebben gehad, ziek zijn geweest, of bijvoorbeeld gevaccineerd zijn, zie je vaak dat de baby extra lang wil drinken.

Niets ernstigs

Clusteren is helemaal niets om je zorgen over te maken. Maar als je ziet dat je kindje zich niet fijn voelt – veel overgeven, geen of afwijkende ontlasting, onrust – is het verstandig om naar de dokter te gaan.

Clusteren en voeden hoort geen pijn te doen

Als je wel pijn hebt bij het voeden, betekent het dat er iets niet goed gaat. Kijk goed of je baby goed aanhapt. Laat een deskundige meekijken en vraag om advies als je last hebt. Andere oorzaken kunnen zijn het gebruiken van een speen of pink – de baby leert hiermee een andere manier van zuigen aan – of bijvoorbeeld een te kort tongriempje.

Onbegrip vanuit de omgeving

Heeft ‘ie nou weer honger? Is ‘ie nog niet klaar? Heb je wel genoeg melk? Misschien is je melk niet voedzaam genoeg? Het zijn opmerkingen die vaak hoort als iemand ziet dat een baby clustert, of als je vertelt dat jouw baby wel uren aan de borst kan liggen. Het zijn normale reacties, die soms vervelend binnenkomen. Je hebt immers het idee dat je je moet verdedigen. Laat het z’n beloop, zo goed als je kunt.

Zorg goed voor jezelf

Hoewel je duizend-en-één andere dingen wilt doen, kun je je het beste overgeven aan het clusteren. Het welzijn van je baby is belangrijk, en het clusteren is een onderdeel van dat welbevinden. Als jouw baby behoefte heeft aan meer genegenheid, melk of aanraking, dan is dat altijd verstandig om te geven. Zorg daarnaast ook goed voor jezelf. Drink wat meer water, eet meer, en zorg dat je eventueel een boek of je telefoon bij de hand hebt. Als je een draagdoek- of zak gebruikt, kun je oefenen om de baby te laten drinken terwijl hij of zij in de draagzak zit, zodat je wat meer bewegingsvrijheid hebt.

Overproductie en clusteren

Als je overproductie hebt (te veel melk aanmaakt) kan clusteren nog wel eens een ramp zijn. Clusteren zorgt er namelijk voor dat er nóg meer melk komt  – het is namelijk een kwestie van vraag en aanbod. Het is daarom verstandig als je overproductie hebt, niet de hele tijd van borst te wisselen. Kies telkens dezelfde borst, en wissel pas na bijvoorbeeld 2 uur. Dit heeft ook wel blokvoeden en kan helpen om de overproductie te reguleren.